Indicaties

Verwijzers informatie

Indicaties

Directe klachten van het bewegingsapparaat

  • Nekpijn
  • Cervico brachiaal syndroom
  • Cervicale HNP (mits mobiliserende technieken en geen manipulaties)
  • Craniomandibulaire dysfunctie (CMD)
  • Schouderklachten (bursitiden, AC, GH)
  • Tenniselleboog
  • Cubitaal tunnelsyndroom
  • Pronator teres syndroom
  • Carpale klachten
  • Tunnelsyndromen in de carpale tunnel en de loge van Guyon
  • Costale klachten: intercostaalneuralgie, syndroom van Tietze
  • Rugpijn
  • Bekkenpijn
  • Discopathie, discusdegeneratie, slipping disc, discusprotrusie
  • Pijn tuber ischiadicum
  • Hernia L4L5S1 (mits mobiliserende technieken en geen manipulaties)
  • Ischias
  • Tendomyopathie adductoren, hamstrings
  • Sommige knieklachten (luxatie fibula kopje, plica syndroom, neuropathie n. peroneus)
  • Posttraumatische klachten BSG en OSG (pijn, instabiliteit, afwikkelklachten)
  • Dysfunktie voetgewrichten (metatarsalgie)
  • Sinus tarsi syndroom
  • Hielspoor, achillespeesklachten
  • Tarsale tunnelsyndroom

Sterke relatie met het bewegingsapparaat

  • Hoofdpijn en migraine
  • Duizeligheid
  • Slikklachten en globusgevoel
  • Post whiplash syndroom
  • Thoracic outlet syndroom (TOS)
  • Shoulder-hand syndrome
  • Chronische aspecifieke nek schouderklachten (CANS, vroeger RSI)
  • Snapping hip
  • Bursitiden
  • Neuropathie n cutaneus femoris lateralis, n femoralis

Lichamelijk onbegrepen klachten waarbij er een relatie met bewegingsapparaat wordt vermoed.

  • Posttraumatische onverklaarbare neurologische klachten (bv. aspecifieke aangezichtspijn)
  • Psychologische klachten (bv aandachtsstoornissen) aansluitend aan cervicaal trauma
  • Pijn op de borst
  • Benauwdheid
  • Maagklachten
  • Restless legs
  • KISS syndroom: Kopgewrichten invloed bij storingen in de Symmetrie

Indicaties

Directe klachten van het bewegingsapparaat

  • Nekpijn
  • Cervico brachiaal syndroom
  • Cervicale HNP (mits mobiliserende technieken en geen manipulaties)
  • Craniomandibulaire dysfunctie (CMD)
  • Schouderklachten (bursitiden, AC, GH)
  • Tenniselleboog
  • Cubitaal tunnelsyndroom
  • Pronator teres syndroom
  • Carpale klachten
  • Tunnelsyndromen in de carpale tunnel en de loge van Guyon
  • Costale klachten: intercostaalneuralgie, syndroom van Tietze
  • Rugpijn
  • Bekkenpijn
  • Discopathie, discusdegeneratie, slipping disc, discusprotrusie
  • Pijn tuber ischiadicum
  • Hernia L4L5S1 (mits mobiliserende technieken en geen manipulaties)
  • Ischias
  • Tendomyopathie adductoren, hamstrings
  • Sommige knieklachten (luxatie fibula kopje, plica syndroom, neuropathie n. peroneus)
  • Posttraumatische klachten BSG en OSG (pijn, instabiliteit, afwikkelklachten)
  • Dysfunktie voetgewrichten (metatarsalgie)
  • Sinus tarsi syndroom
  • Hielspoor, achillespeesklachten
  • Tarsale tunnelsyndroom

Sterke relatie met het bewegingsapparaat

  • Hoofdpijn en migraine
  • Duizeligheid
  • Slikklachten en globusgevoel
  • Post whiplash syndroom
  • Thoracic outlet syndroom (TOS)
  • Shoulder-hand syndrome
  • Chronische aspecifieke nek schouderklachten (CANS, vroeger RSI)
  • Snapping hip
  • Bursitiden
  • Neuropathie n cutaneus femoris lateralis, n femoralis

Lichamelijk onbegrepen klachten waarbij er een relatie met bewegingsapparaat wordt vermoed.

  • Posttraumatische onverklaarbare neurologische klachten (bv. aspecifieke aangezichtspijn)
  • Psychologische klachten (bv aandachtsstoornissen) aansluitend aan cervicaal trauma
  • Pijn op de borst
  • Benauwdheid
  • Maagklachten
  • Restless legs
  • KISS syndroom: Kopgewrichten invloed bij storingen in de Symmetrie